Kyle C Dunham, "Zechariah 11 and the Eschatological Shepherds" in Detroit Baptist Seminary Journal23 (2018): 3–39
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [77]Wee den nietigen herder, den verlater der kudde! [78]Het zwaard zal [79]over zijn arm zijn, en over zijn rechteroog; zijn arm [80]zal ten enenmale verdorren, en zijn rechteroog [81]zal ten enenmale donker worden. 77. Anders: wee mijn nietigen herder. 78. Dat is, de hand en straf des Heeren. Anders: droogte. Zie Deut.28:22. Of, het verderf, ondergang, schade. 79. Of, op, of aan, of omtrent. 79. over zijn rechteroog; Of, op, of aan, of omtrent. 80. Hebr. verdorrende verdorren. 81. Hebr. donker wordende, donker worden.